Lidwina Best - Preek van de Week :: morren en mopperen
Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
morren en mopperen
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Hans vd Laar
>Zondag 27 maart 2011. Derde zondag in de 40 dagen. (A)Morren en mopperen
Kent U ze ook…? Er zijn namelijk van die mensen die zo ontzettend kunnen mopperen. Ik ken een echtpaar dat mopperend op elkaar en op alles en iedereen het leven doorgaat. De leraren van de kinderen zijn dom en hebben natuurlijk niet in de gaten hoe intelligent hun kinderen zijn. Op het werk deugt ook niets. Ze worden steeds maar weer gepasseerd, klagen ze, en als er wel iets aan hen gevraagd wordt, dan zeuren ze omdat het teveel werk is en niet binnen het urenschema past. Ook de familie heeft het altijd gedaan en de buren die te veel herrie maken. Een gezamenlijk cadeautje is te duur. De voorstelling in de schouwburg viel tegen en de zangeres zond natuurlijk vals. Het vakantiehuis ver van de mensenmassa was niet schoon genoeg en de verwarming van het bijbehorende zwembad stond zeker anderhalve graad te laag. Het was natuurlijk weer een grote tegenvaller en dat dit nou net hen moest overkomen. Dat wordt klagen bij het reisbureau en ik ben blij dat ik niet meisje achter de balie ben. Het gemopper en gebries is niet van de lucht. In uw eigen kring kent U misschien ook wel van die enorme klagers, mopperaars en ontevreden klanten. Ze zijn er meer dan je lief is en het is echt niet iets van deze tijd alleen.
Mozes heeft het volk van Israël bevrijd uit de slavernij en door de woestijn gaan ze op weg naar een gebied waar ze in vrede en vooral vrij kunnen wonen en leven. Maar de tocht door de woestijn is zwaar. Met hun hele hebben en houwen zijn ze op weg en dan begint het gemopper. Ze worden ontevreden. Ze willen onderhand wel eens vaste grond onder hun voeten, zich vestigen, het beloofde land vinden. Het volk klaagt zijn nood bij Mozes en die richt zich tot Jahwe, Hij die er altijd is. Door al hun gemopper en geklaag zagen zij hun God al lang niet meer en waren ze Zijn steun bij hun uittocht uit Egypte al weer lang vergeten. Hij was in hun ogen niet meer de Bondgenoot die voor hen hun uitging. Nu verwachten ze weer wonderen, een oplossing, genezing. Maar Jahwe is geen tovenaar. Hij is die is... en heel toepasselijk schenkt Hij ze een bron: een bron die ontspringt aan een rots zodat iedereen kan drinken. Dat water is niet zomaar water. Dat water wijst naar de de levende, de dragende grond van het bestaan. Misschien is die bron om uit te leven van Goddelijke oorsprong nog wel essentiëler dan het water dat er uit komt, want met geloof hoop en vertouwen in je leven, kun je toch heel wat positiever in het leven staan. We mogen ons als gelovige en zoekende mensen gedragen weten door God, die de Bron is van alle leven. Zo mag je ook kijken naar de wereld om je heen. Dan ben je ver voorbij het mopperen en klagen op altijd te veel en nooit genoeg en mag je vooral dankbaar zijn voor wat is gegeven. Jezus doet daar in het evangelie nog een schepje boven op. Hij zegt dat die Bron van leven een bron is die ervoor zorgt dat je nooit meer echt dorst krijgt, omdat we ons bij Hem, wie we ook zijn en waar we ook vandaan komen steeds opnieuw mogen laven. Of we nu o zijn van het volk van Israël of van Samaria van Oirschot of best of uit Japan. Uit Zijn Bron mogen we leven; dankbaar uitgedaagd en vreugdevol. Al het gemopper en gemor voorbij op wat of wie ook, ook als het in het leven woestijntijd is
Exodus 17, 3-7
Maar omdat het volk daar hevige dorst leed, bleef het klagen. ‘Waarom hebt u ons uit Egypte weggevoerd?’ zeiden ze tegen Mozes. ‘Om ons van dorst te laten sterven, met onze kinderen en ons vee?’ Mozes riep luid de HEER aan. ‘Wat moet ik met dit volk beginnen?’ vroeg hij. ‘Er hoeft niet veel meer te gebeuren of ze stenigen mij!’ De HEER antwoordde Mozes: ‘Ga samen met een aantal van de oudsten van Israël voor het volk uit. Neem de staf waarmee je op de Nijl hebt geslagen in je hand en ga op weg. Ik zal je opwachten op de rots bij de Horeb. Als je op de rots slaat, zal er water uit stromen, zodat het volk te drinken heeft.’ Mozes deed dit, in het bijzijn van de oudsten van Israël. Hij noemde die plaats Massa en Meriba, omdat de Israëlieten Mozes daar verwijten hadden gemaakt en omdat ze daar de HEER op de proef hadden gesteld door te vragen: ‘Is de HEER nu in ons midden of niet?’